De monniken van Westmalle breiden kaasproductie uit In de Abdij van Westmalle wordt al van oudsher kaas geproduceerd. Tot nu toe was de kaasproductie beperkt. Ze was vooral bedoeld voor eigen gebruik. De kaasmakerij werd gemoderniseerd. De trapistenkaas van Westmalle zal voortaan dus ook in een aantal gespecialiseerde kaaszaken en bij keurslagers verkrijgbaar zijn.
In Westmalle is er binnen de muren van de abdij een boerderij, een bakkerij, een brouwerij en een kaasmakerij. Vader abt leidt de boerderij en hij wordt bijgestaan door een zestal lekenmedewerkers. De kaasmakerij wordt al enkele tientallen jaren gerund door Broeder Francis samen met enkele monniken en een drietal lekenmedewerkers. De grote koeienstal is vooral gericht op melkwinning. Een deel van de melk wordt tot kaas verwerkt. De rest verkopen de monniken aan de melkerij.
De trapistenkaas van Westmalle is een halfharde, gerijpte kaas dietraditiegetrouw wordt bereid van gethermiseerde, niet gepasteuriseerde melk. De kaas is zeer licht gezouten, is homogeen van structuur en bevat geen smaak-, kleur- of bewaarstoffen. Vroeger was de trapistenkaas van Westmalle alleen maar verkrijgbaar aan de poort van de abdij of in Café Trappisten, rectover de badij. Voortaan zal hij ook verkrijgbaar zijn in een aantal gespecialiseerde kaaswinkels en bij de Keurslagers.